Met een klein lampje op mijn voorhoofd
om mezelf bij te lichten en met de leesbril paraat, deden mijn
compagnon en ik de laatste controleronde langs de netten; trekvogels
vangen doe je van zonsopgang tot net na zonsondergang. Het was flink
donker tussen de bosjes in het terrein, alleen als ik opkeek zag ik
de netstokken iets afsteken tegen de avondhemel. Hier en daar hing
nog een vogel in het net en het kostte me grote moeite om ze eruit te
halen in het duister. Ik ergerde me aan mijn slechte zicht en aan
mijn onhandigheid, aan mijn gestruikel door het ongelijke terrein.
Steeds opnieuw moest ik mijn lampje richten en ik vergat na iedere
handeling m'n leesbril af te zetten waardoor ik voortdurend zelf de
netten inliep, bah. Ik ben niet aangepast aan leven in duisternis.
Uilen wel. Maar die kleunen ook wel eens mis ondanks hun schitterende
eigenschappen. In een van de netten die was opgesteld langs een
corridor tussen de bosjes hing namelijk een ransuil. Het dier deinsde
verschrikt achteruit toen we het beschenen met onze hoofdlampjes. Met
grote fel oranje ogen keek het ons aan zoals alleen uilen kunnen
kijken; fanatisch boos. Tegelijkertijd maakte het knappende geluidjes
met haar tong in een poging om ons af te weren. Ik liet het aan mijn
metgezel en zijn ervaring over om de uil te bevrijden, beducht als ik
was voor de enorme klauwen van het dier. We maakten de ronde af en de
uil lag intussen rustig in een soort uilenhoudgreep op de arm van
mijn compagnon. Terug in onze schaftkeet werd ze geringd. De ring
schoof mooi ruim over de roodgevederde uilenpoot. De huid van uilenpoten is bedekt met veertjes, het is net of ze een broek dragen. Die
broek hoort dus bij dat leven in duisternis denk ik dan. Die broek
heeft een functie net als al het andere moois van de uil, z'n
gezichtsmasker, de oorpluimpjes. Allemaal evolutie uiteraard, het had geen zin om romantische gedachten te hebben. Blijkbaar was het in een ver verleden nuttig of noodzakelijk voor
uilen om een draai te maken naar de nacht. Fascinerend als je eigen zintuigen zo zijn ingesteld op leven in het daglicht.
Buiten liet ik de ransuil nog even
poseren voor een paar foto's. De klauwen onschadelijk omdat ik nu ook
de juiste greep toepaste. Verbazend hoe imposant ze lijken en hoe
licht ze eigenlijk zijn. Een paar honderd gram wegen ze. Een
indrukwekkende massa veren maar bijzonder weinig gewicht. In het
licht van m'n hoofdlamp zag ik van dichtbij de mooie oranje ogen, de
soepel doordraaiende beweging van de kop. Toen was het moment gekomen om de uil
los te laten. Ik opende mijn vuist en verwachtte een afzet, gewicht
tegen mijn hand. Dat je hand wordt weggedrukt door die afzet. En
geritsel van veren die lucht in beweging brengen. Een kreet
misschien. Maar er was niets. De uil spreidde haar vleugels en gleed
de duisternis in, loste op in stilte. Alsof ik enkel lucht in handen had gehad.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten