Johannes Vermeer wordt terecht gezien als een van de belangrijkste schilders van de 17e eeuw. Hij is een fenomenale schilder maar ook een grote onbekende. De sfinx van Delft werd hij wel genoemd door historici, men kreeg maar geen greep op hem. Het is niet bekend wie zijn leermeester was, met welke kunstenaars hij contact had en of hij buitenlandse reizen maakte. Of hij in opdracht werkte weten de kenners ook niet. Voor een kunstenaar van zijn statuur maakte hij bovendien opvallend weinig schilderijen. Ongeveer 45 zijn er bekend en dat is een zeer gering aantal voor een schildersoeuvre. En waar zijn de oefenstukken en schetsen, de tekenboeken? We weten het niet. Er is veel gedocumenteerd over zijn enigszins obscure familie, de omgeving en lotgevallen van zijn grootvader en vader. Rondom de schilder echter is het in de archieven opvallend stil. Hij heeft zijn schilderleven ook zelf niet gedocumenteerd, er zijn geen geschriften van zijn hand bekend. Een raadselachtige figuur die veel vragen oproept. Antwoorden zijn hooguit te vinden door zijn schilderwerk te analyseren.
Vermeer was een echte vernieuwer die bijvoorbeeld de Camera Obscura gebruikte. Een nieuwe techniek in de 17e eeuw die ook schilders ten dienst stond. Het werkt volgens het principe dat een afbeelding ontstaat wanneer licht via een brandpunt wordt gebundeld en geprojecteerd op een scherm. Rond het midden van de 17e eeuw was er een draagbare camera in omloop met lenzen en onderdelen waarmee kon worden scherpgesteld op de gewenste afstand. Vermeer nam het beeld van de camera niet klakkeloos over, dat blijkt uit het feit dat hij consequent effecten als lichtval of proporties naar believen aanpaste. Het diende hem waarschijnlijk om licht- en kleureffecten te verkrijgen en het was een hulpmiddel om tot een eigen stijl te komen. Hij gebruikte een camera waarschijnlijk ook voor het schilderij 'Meisje met rode hoed'.
'Meisje met rode hoed' is een klein schilderijtje, 23 x 18 cm. Dat zou je niet zeggen als je het plaatje ziet. Het schilderij heeft een vlotte en trefzekere toets en zo schilderen op klein formaat is niet makkelijk. Dat is aanleiding om te veronderstellen dat Vermeer via een camera werkte. Vooral vanwege de overeenkomst tussen de weergave van de leeuwenkoppen op de stoel een een soft-focus beeld van hetzelfde voorwerp gezien door een camera obscura. De camera gebruikte Vermeer niet alleen om het verfoppervlak te verlevendigen maar ook om verschillende diepteplans te onderscheiden in het schilderij. En verder is het schilderij geschilderd op een paneel ipv op linnen. Voor Vermeer was dit een ongebruikelijk drager. Waarschijnlijk heeft hij hiermee getracht het scherpe beeld op het scherm van de camera zo dicht mogelijk te benaderen.
Jammer genoeg hangt 'Meisje met rode hoed' in de National Gallery of Art in Washington.