Je kent dat wel. Zo'n moment waarin alles klopt, alles eigenlijk perfect is. Bijvoorbeeld als je op vakantie met je geliefden, of alleen, op een plek bent zo mooi, dat je hem niet meer wilt verlaten. En je weet dat het geluksgevoel dat je ervaart weer verdwijnt. Maar nu nog niet, alsjeblieft. Zo wonderschoon dat het bijna pijn doet, bijna niet te verdragen. En dat het eigenlijk beter is dat het moment voorbij gaat.
Lees Rutger Kopland hieronder.
Baai
Het blijft en het blijft maar, het gaat
niet voorbij: een geel strand met lege stoelen,
een groene en blauw-groene zee met scheepjes,
grijzige bergen rondom, en over dit alles
een dun, lila, oudgeworden licht.
Het bewoog destijds, er bewoog iets eindeloos,
het was het ademen van de zee, het zachte schuren
van de scheepjes aan hun ankers, het langzaam
zwarter worden en verdwijnen van de baai:
er moest iets komen en het kwam, het kwam maar,
dit was geluk
Blijft over iets roerloos, een moment waarin
het strand verlaten is, de zee stilgevallen,
de ankerkettingen zwijgen, het licht dat oude
lila houdt, en niets verdwijnt-waarin
de baai daar ligt zoals hij is, voorgoed,
en een verlangen, dat dit moment voorbijgaat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten